3 FEBRUARI 1920. r 41 „worden gemaakt van gelegenheidspersoneel, wat uitteraard „kostbaar is. „Indien Uw raad zich met het vorenstaande kan vereenigen, „hebben wij de eer U voor te stellen ons te machtigen tot „benoeming van de hiervoor bedoelde beambten over te „gaan en hen in te deelen in den rang van schrijver ter „secretarie, waarbij valt op te merken, dat de bezoldiging „aan den vischafslag verbonden, behouden blijft, omdat de „daarmede gepaard gaande werkzaamheden veelal buiten de „gewone diensturen vallen." Zonder bedenking wordt gemeld voorstel goed gekeurd. 37. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij in verband met de door den raad in zijne vergadering van 23 December j.l. genomen beslissing tot het doen eener uitkeering aan de agenten van politie wegens meerdere diensturen door hen verricht tusschen het tijdstip, waarop tot reorganisatie van de politie was besloten en het tijdstip, waarop die reorganisatie tot stand kwam, in overweging gevende ook eene uitkeering op dezelfde gronden toe te kennen aan de overige categorieën van het politiepersoneel en wel aan de hoofdagenten f 175.aan den adjunct-inspecteur Loves f 200.aan den inspecteur f 225.aan den ambtenaar B a r t e 1 s f 200.en aan den schrijver Vos- s e n a a r f 150. De heer F. SCHRAUVVEN kan zich niet vereenigen met het voorstel. In de vorige vergadering heeft spr. er reeds op gewezen, dat het niet aangaat voor verschillende groepen verschillende bedragen als uitkeering vast te stellen. Spr. wijst er nog eens op, dat de agenten meerdere over uren hebben gemaakt, die moeten worden betaald. Spr. meent, dat de hoofdagenten niet zoo'n langen werktijd hebben gehad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 41