42Ó
26 AUGUSTUS 1920.
voelt, dat er ruimte voor overwerk zonder vergoeding gelaten
moet worden, doch wanneer dit een bepaald, in de veror
dening vast te leggen, aantal uren te boven gaat, behooren
de ambtenaren daarvoor vergoeding te ontvangen, even goed
als de arbeiders. Spr. zal geen voorstel indienen, doch wel
de volgende motie
Ue Raad der gemeente Bredavan oordeel, dat het alsnog
wenschelijk is, aan de ambtenaren ter secretarie en ten
kantore van den gemeente-ontvanger eene belooning toe te
kennen voor verricht overwerk, noodigt Burgemeester en
Wethouders uit, daartoe voorstellen bij den Raad in te
dienen en gaat over tot de orde van den dag.
Spr. deelt de meening van de minderheid van Burge
meester en Wethouders en verzoekt den Raad zich eveneens
daarbij aan te sluiten.
De heer A. SCHRAUWEN sluit zich geheel aan bij de
woorden van den heer Haaiman. Het overwerk is klaar
blijkelijk niet toe te schrijven aan de schuld van de ambte
naren. Gedurende langen tijd hebben zij 4 avonden per week
overwerk moeten verrichten. Aangezien niet lang geleden
nog, aan de ambtenaren belast met de contróle op de be
lasting op de openbare vermakelijkheden eene vergoeding is
toegekend, meent spr., dat ook hier eene belooning gegeven
moet worden.
De heer CERUTTI is het geheel eens met den Voor
zitter, dat de ambtenaar voor zijn taak staat en zijn
plichtsgevoel dient te hebben. Wanneer nu echterblijkt.dat
er een tekort aan personeel is geweest, dan acht spr. het
geven eer.er vergoeding voor het overwerk toch wel billijk.
De Voorzitter wijst wel op de tijdelijke ambtenaren,
maar het overwerk is toch eerst geëindigd, toen de nieuwe
ambtenaren zijn aangesteld.
De heer MOLL, in deze de minderheid van het college
van Burgemeester en Wethouders uitmakende, zegt, dat het