I 3 FEBRUARI 1920. 43 De heer HAALMAN meent, dat allen dezelfde gratificatie hadden moeten ontvangen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen met 18 tegen 3 stem men. Vóór stemden de heeren Martens, Moll, Lij dsman, H o r n i x, Kanters, C e r u 11 i. Clement, Loomans, Kluft, B o g m a n s, G r u ij s, mevr. N e v e-R e i n t j e s, Feber, van Dijk, van Groene ndael, Korteweg, Zijlmans en A. Schrauwen. Tegen waren de heeren Haaiman, M e ij v i s en F. Schrauwen. 38. Schrijven van de commissie voor de strafverorde ningen, daarbij, in verband met de in de raadsvergadering van 23 December j.l. genomen beslissing, betreffende de openbare carnavalsviering, in overweging gevende de alge- meene politieverordening voor deze gemeente te wijzigen als volgt Artikel 19 te lezen „Het is verboden zich op den openbaren weg of in eene „voor het publiek toegankelijke localiteit te vertoonen ge- „heel of gedeeltelijk gemaskerd, vermomd of op eenige andere „wijze onkenbaar gemaakt. „Ten aanzien van geoorloofde optochten kan door Burge meester en Wethouders van het in het eerste lid bedoelde „verbod ontheffing worden verleend In artikel 197 in te voegen na het woord „dansen" „zich geheel of gedeeltelijk gemaskerd, vermomd of op eenige „andere wijze onkenbaar gemaakt, te vertoonen." De heer ZIJLMANS vraagt wat de bedoeling van de wij- ziging van art. 19 is. Is het geoorloofd bij het houden van optochten zich voor het begin en 11a het einde gemaskerd op straat te bevinden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 43