26 AUGUSTUS 192Ö. 441 28. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende eene ontwerp-verordening, rege lende de samenstelling en den werkkring der commissie van bijstand in het beheer van het tijdelijk trambedrijf. In algemeene beschouwing wordt niet getreden. Bij de artikelsgewijze behandeling wordt door den heer G r u ij s ten aanzien van artikel 3 voorgesteld, om den eersten Dinsdag in September te bepalen tot dag van aftre ding en van verkiezing. De VOORZITTER merkt op, dat de heer G r u ij s dezen datum zeker voorstelt in verband met de regeling van vroe ger. Het college van Burgemeester en Wethouders acht de maand December evenwel geschikter, in verband met het ingaan van een nieuw jaar. De heer GRUIJS gaat met deze zienswijze accoord en vraagt of het in de bedoeling ligt, de andere verordeningen ook in dezen geest te wijzigen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit zal geschieden wan neer daartoe reden bestaat. De heer KANTERS geeft in overweging, artikel 6 te doen schrappen, aangezien volgens spr. het secretariaat, in gevolge art. 7, lid 4, gevoegelijk door een der leden kan worden waargenomen. Spr. acht in dit geval de aanstelling van een secretaris noodelooze geldverspilling. De VOORZITTER zegt, dat artikel 6 alleen de mo gelijkheid tot aanstelling opent en dus geenszins de ver plichting oplegt, een secretaris aan te stellen. Spr. acht het van belang, de mogelijkheid in de verordening vast te leggen, voor het geval dat het bedrijf zich dusdanig uitbreidt, dat het noodzakelijk zou blijken, de commissie door een secretaris te doen bijstaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 441