26 AUGUSTUS 1920. 451 gemeente Teteringen zullen worden. Spr. acht deze zienswijze niet geheel juist. In de statuten staat te lezen, dat ze onder beide gemeenten verdeeld zullen worden, omdat ze op beider grondgebied gebouwd zullen worden. Eene regeling was dus hier wellicht zeer goed te treffen. Spr. betreurt het, dat met Teteringen in deze geen overleg is gepleegd, of anders met de regeering. Spr. woont 23 jaar te Breda en is er nooit in geslaagd, dit terrein voor eigenbouw te koopen. De ge meente Breda is hierin thans wel geslaagd. Spr. acht het juist van veel belang, dat onder toezicht van Breda hier gebouwd wordt, ook met het oog op eene mogelijke wijziging der grensregeling. De Teteringsche bouwverordening is lang niet zoo deugdelijk als de Bredasche. En nu zou men volgens die verordering hier midden in de gemeente Breda woningen bouwen, welke in het geheel niet aan de voor deze gemeente geldende voorschriften zouden voldoen. De VOORZITTER zegt, dat in dit prae-advies uitvoerig is uiteengezet, hoe de zaak in elkaar zit. Het college doet al het mogelijke. De grond is echter nog niet aan de gemeente toe gewezen. Bovendien blijft dit terrein toch onder Teteringenressox- teeren. De heer Korte weg vraagt of het gemeente-bestuur zich in verbinding heeft gesteld met Teteringen. Spr. wil dit omkeeren en vragen of de bouwvereeniging zich in verbin- cling gesteld heeft met Teteringenover het verleenen van een voorschot en een jaarlijksche bijdrage. Spr. zou dit de aangewezen weg achten. Bovendien zou dit in het geheel geen bezwaar opleveren ten opzichte van den woningnood. Het komt er hiervoor niet op aan, welke gemeente het voor schot geeft. Verder zouden ook Bredanaars mogelijk eens profiteeren van een huis buiten Bredazooals ook meermalen omgekeerd geschiedt. Zooals de zaken thans staan, kan de Raad onmogelijk anders handelen, dan in het prae-advies is voor gesteld. Mocht Teteringen eenzelfde verzoek van de ver- eeniging weigeren, dan kan men nog zien, op welke wijze hieraan zou zijn tegemoet te komen, doch het ligt geheel op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 451