26 Augustus 1920. De amendementen worden gesteund door mevrouw Neve R e i n t j e s en de heeren Gru ij s en M e ij v i s. Het voorstel, om het salaris van den hulp-afslager te be palen op f 400.wordt in stemming gebracht en verworpen met 14 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren Kluft, K a 111 e r s, Loo- mans, Lijdsman, Moll, Cerutti, van Dijk, Mar tens, Bogmans, K o r t e w e g, Clement, F e b e r, van Groenendael en A. Schrauwen. Vóór waren mevrouw N e v e-R pintjes en de heeren G r u ij s, Haaiman, M e ij v i s en F. Schrauwen. Alsnu wordt het voorstel, om de vischdraagsters en den knecht een minimum jaarloon van f 300.te waarborgen, in stemming gebracht en verworpen met 13 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Kluft, Kan ters, Loo- m a n s, L ij d s m a n, Moll, Cerutti, van D ij k, Mar tens, Bogmans, Korteweg, Clement, Feber en van Groenendael. Vóór waren mevrouw Neve-Reintjes en de heeren G r u ij s, Haaiman, M e ij v i s, A. Schrauwen en F. Schrauwen. De VOORZITTER zegt, dat door den heer Haaiman een amendement op artikel 29 is ingediend, strekkende om het laatste gedeelte van dit artikel te laten vervallen. De heer HAALMAN, zijn amendement toelichtende, wijst er op, dat de bedienden voor hunne moeite geen hooger loon mogen bedingen dan 25 cent voor eene partij boven de waarde van f 10.Spr. acht dit onbillijk bijv. voor eene partij ter waarde van f 100.— zouden zij toch maar een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 460