26 AUGUSTUS 1920. 463 reorganisatie van den geneeskundigen dienst. De vraag van den heer Haaiman en het schrijven van den voorzit ter van voornoemde commissie zijn van den volgenden inhoud: Kunnen Burgemeester en Wethouders of kan de betrokken Wethouder mededeelen, of de commissie, belast met de reor ganisatie van den geneeskundigen dienst, hare werkzaam heden alreeds heeft beëindigd en of de Raad weldra voor stellen dezer commissie of van Uw College in zake die reorganisatie kan tegemoet zien „Naar aanleiding van het hierbij teruggaand schrijven van „het Lid van den Raad, den heer P. Haaiman, d.d. ió „Augustus 1920, in zake de reorganisatie van den gemeen telijken geneeskundigen dienst, zij het volgende ter kennis „van Uw College gebrachtDe verschillende onderwerpen, „verband houdende met de reorganisatie, zijn in eenige door „de commissie gehouden vergaderingen behandeld en de „besprekingen en besluiten dier vergaderingen genotuleerd. „De commissie houdt zich thans bezig die besluiten in een „rapport samen te vatten, waarbij zij zich voorstelt eene begroo ting te voegen van de kosten, welke de reorganisatie „eventueel zal vorderen. Zoodra dit rapport met begrooting „door de commissie zal zijn vastgesteld, zal het aan Uw „College worden ingediend en kan het gevoelen der ge wondheids-commissie daarover worden ingewonnen. „Het rapport kan daarna in Uw College een punt van „behandeling uitmaken om te komen tot een voorstel aan „den Raad. „De door den heer Haaiman bedoelde voorstellen „kunnen alzoo binnen afzienbaren tijd worden tegemoet „gezien. De heer HAALMAN betuigt zijn dank aan Burgemeester en Wethouders. Spr. is verheugd, dat het rapport spoedig zal worden uitgebracht en hoopt, dat de voorstellen aan den Raad ook niet lang op zich zullen doen wachten en bovenal,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 463