46 3 FEBRUARI 1920. nen tot ontheffing. Spr, meent, dat het de bedoeling van de vorige vergadering was, in het vervolg te voorkomen, dat er gemaskerde bals gehouden werden, waar het lichtzinnig en liederlijk toegaat. Wanneer echter controle is, dan meent spr. dat tegen het houden der gemaskerde bals en optoch ten geen bezwaren zijn. De heer F. SCHRAUWEN De motie-N e v e is aange nomen. De VOORZITTER meent, dat het niet de bedoeling is geweest om de motie zoo uit te voeren. Strikte uitvoering is bij nadere o\erweging niet mogelijk zonder aantasting van rechtmatige belangen. De heer GRUIJS Wij wenschen, dat ze uitgevoerd wordt. De VOORZITTER meent, dat dit niet in overeenstemming te brengen is met het begrip vrijheid van vereeniging. Spr. meent, dat gemaskerde bals in gesloten lokalen onder zekere voorwaarden toch toegestaan kunnen worden. De heer F. SCHRAUWEN Maar het ging juist over de gemaskerde bals De VOORZITTER meent, dat wanneer er controle is, er zeker niets liederlijks zal gebeuren. Hij heeft de zaak nauwkeurig onderzocht en spr. zal niet een gemaskerd bal toestaan alvorens de zaak goed te hebben onderzocht. De betrokken personen hebben een reputatie te verliezen. Het algemeen belang is hier voor spr. het richtsnoer. Spr. meent, dat men toch niet een gemaskerd bal van een vereeniging behoeft te beletten. De heer GRUIJS De motie-N eve! De VOORZITTER meent, dat wanneer een vereeniging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 46