20 AUGUSTUS 1920. 473 weer gezegd, dat zij het niet hadden, daar de vrije Zondag alleen op papier bestaat. Spr. had thans hierop een afdoend antwoord verwacht en verzoekt daarom nog nadere over weging. 47. Antwoord van Burgemeester en Wethouders op de schriftelijke vragen van den heer Haaiman, betreffende de vleeschkeuring, ingediend in de vergadering van den Raad van 9 Juli j.l. Dit antwoord luidt als volgt ,,De vragen door den heer Haaiman in de raadsver gadering van 9 Juli j.l. gesteld betreffende keuring van „vleesch en de daarbij door genoemd raadslid gemaakte „opmerkingen, geven Burgemeester en Wethouders aanleiding „tot de volgende mededeelingen. „De vleeschkeuring en vleeschhandel in deze gemeente „worden beheerscht door de artt. 171 180 der Algemeene „Politieverordening. „Dat deze bepalingen onvoldoende zijn, zal wel door wei nigen worden ontkend. Hetgeen op het gebied van vleesch- „knoeierij, vooral in den laatsten tijd, aan het licht trad, „mede door de ijverige werkzaamheid van het personeel van „den keuringsdienst, laat te dien aanzien geen ruimte voor „twijfel. Staaltjes door den heer Haaiman in zijn rede „genoemd, zouden gemakkelijk met anderen zijn te vermeer- deren. Het is alsof het aantal toeneemt van gewetenloozen, „die er geen bezwaar in zien, uit geldelijke overwegingen „van de laagste soort, hun evenmenschen vleeschwaren te „doen gebruiken, welke voor de gezondheid de meest scha delijke gevolgen kunnen hebben. Ongetwijfeld wordt dat „verwerpelijk handelen bevorderd door de hooge vleesch- „prijzen, voor een gedeelte gevolg van het in het laatste jaar „enorm toegenomen vleeschverbruik in rangen der maat schappij, welke te voren te dien aanzien grootere spaar zaamheid moesten betrachten. „Nu zijn de maatregelen, om aan den misstand zooveel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 473