26 AUGUSTUS 1920.
483
4. Het is den heer CLEMENT bekend, dat de groote
kerktoren noodzakelijke reparatie behoeft.
De heer LIJDSMAN verklaart, dat bij publieke werken
alleen bekend is, dat de bodem van de klokkestoelen, niet
tegenstaande deze met lood bedekt is, verrot is. Zaterdag
a.s. zal spr. persoonlijk een onderzoek ter plaatse instellen.
De heer CLEMENT meent, dat er toch meerdere herstel
lingen noodig zijn.
5. De heer KORTEWEG acht het de schuld der ge
meente, wanneer het trambedrijf niet kan rendeeren. Tijdens
de kermis te Ginneken had men wel f 2000.kunnen ver
dienen, maar toen liep de 'tram doodeenvoudig niet. Even
zoo had het bedrijf heel wat geld kunnen verdienen ter
gelegenheid van het Zendingsfeest, wanneer er eenige extra
trams ingelegd waren.
De VOORZITTER wil de quaestie met de gemeente Gin
neken thans even uiteenzetten. Het lag in de bedoeling, de
tram tot hotel Duivelsbrug te laten rijden, doch daarvoor
was de beschikking over de Markt te Ginneken noodig. Aan
gezien deze zelfs over de lijn, bezet was met kramen enz.
was dit niet mogelijk. Evenmin, mogelijk was het en dit
was erger mogelijk de paarden ter omwisseling naar de
Markt te geleiden. Spr. heeft toen eene conferentie met den
Burgemeester van Ginneken c.a. gehouden, bij welke gelegen
heid gesproken is over de mogelijkheid, om te Ginneken aan
deze zijde van de Markt een stal te huren, waar de paarden,
benoodigd voor den dag, langs een anderen weg 's morgens
geleid konden worden. Het bleek toen, dat eene voor dit
doel zeer geschikte stal voorhanden was bij de firma Ver-
1 e g h. Ook het college deelde deze meening. Daarop is
aan het gemeentebestuur bericht, dat, waar Ginneken de
moeilijkheid geschapen had, de billijkheid ook medebracht,
dat deze gemeente de hoogere kosten zou voldoen. Ginneken