48
3 FEBRUARI 1920.
De VOORZITTER zegt, dat het niet de bedoeling is ge
weest voor één klasse het carnaval te verbieden.
De heer HAALMAN zegt, dat wanneer de motie van
mevrouw Neve niet wordt doorgevoerd, hij staande de
vergadering een voorstel zal doen om de motie weer in te
trekken.
De heer F. SCHRAUWEN wijst er op, dat de motie om
geen carnaval meer toe te staan, is aangenomen. En nu
wil men ijskoud toch gemaskerde bals vieren.
De heer CERUTTILaster.
De heer F. SCHRAUWEN zegt, dat de raad gestemd
heeft tegen carnaval.
De VOORZITTER De raad scheen toen niet alle gegevens
te hebben gehad. Nadere beschouwing kan opeen plotseling
samengestelde motie wel eens een anderen kijk geven
De heer F. SCHRAUWEN zegt, dat het de bedoeling is
geweest de motie door te voeren. Nu wordt het niet ge
daan. Het schijnt thans de bedoeling te zijn de idee van
carnaval toch levendig te houden om het later weer binnen
te halen. Spr. noemt dit een onwaardige houding.
De VOORZITTER wijst erop, dat alleen de wijziging van
de politieverordening aan de orde is en niets anders. Spr.
wil voorkomen, dat er liederlijkheid plaats heeft bij gemas
kerde bals en dan kan er geen bezwaar tegen zijn. Dat
komt misschien niet overeen met de motie-N eve, maar
zegt spr. deze is aangenomen na een zeer verwarde
discussie. Als men de zaak goed nagaat, dan komt men tot
de conclusie, dat ze niet uitvoerbaar is.
De heer F. SCHRAUWEN Dat is te gek om los te loopen.