494
9 SEPTEMBER 1920.
de meening der vergadering. Voorts gevoelt spr. zich dank
baar voor den bezuinigingsdrang, welke van den heer F.
Schrauwen is uitgegaan. Spr. is ook ten zeerste voor
bezuiniging, waar dit mogelijk is, doch hier betreft het een
algemeen belang, dat de uitgaaf volkomen wettigt. Vele
vreemdelingen zullen in deze gemeente vertoeven tijdens
deze eindvvedstrijden, hetgeen zeker niet in het nadeel veler
ingezetenen zal zijn. Hoewel de Rijkssubsidie vrij belangrijk
is, zal de Bredasche burgerwacht toch niet alle kosten hier
mede kunnen bestrijden. Wat de vraag van den heer C e-
r u 11 i betreft, zegt spr., dat adressant uit bescheidenheid
geen bedrag heeft genoemd. Echter staat in het voorstel van
Burgemeester en Wethouders, bij de door den heer C e-
rutti aangehaalde woorden, ook nog: ,,na verkregen in
lichtingen". Deze zaak is namelijk mondeling met het be
stuur besproken. Aanvankelijk waren de verwachtingen en
het verlangen van dit bestuur wel wat hooger, doch het is
toch ook tevreden met de door Burgemeester en Wethou
ders voorgestelde subsidie.
De heer CERUTTI vraagt, of het Rijk alleen voor deze
wedstrijden f 14000.subsidie heeft verleend.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De heer CERUTTI acht het mogelijk, dat er een overschot
zal blijken te zijn. Spr. vraagt in verband hiermede, of het
niet beter ware, in plaats van eene subsidie, een crediet ten
bedrage van f 2000.te geven.
De VOORZITTER verklaart, dat de verschillende com-
missiën begrootingen hebben opgemaakt, welke met het
geen de Bond reeds uitgaf wel een bedrag van f 16000.
zullen beloopen. Het komt op hetzelfde neer of men een
subsidie of een crediet verleent en dan acht spr. de voor
gestelde wijze een „geste plus beau".
De heer HORNIX acht deze geste, „plus cher aussi".