9 SEPTEMBER 1920.
De heer KORTEWEG vraagt, met het oog op de Zon
dagsrust, waarom de prijsuitdeeling niet op Zaterdag kan
geschieden.
De VOORZITTER zegt, dat de volgende week Donderdag
in verband met het bezoek van hooge autoriteiten, bijzon
dere festiviteiten zullen plaats vinden. Aanvankelijk was de
volgende week Zondag hiervoor bestemd, doch o.a. wegens
het bezwaar tegen het reizen op Zondag werd dit bezoek op
Donderdag vastgesteld. Des Vrijdags heeft daarop het einde
der korps- en kringwedstrijden plaats. Voor de toekenning
der prijzen is zeker een geheele dag benoodigd, zoodat de
prijsuitdeeling onmogelijk op Zaterdag zou kunnen plaats
hebben. Bovendien zijn er dien dag nog schietwedstrijden
op de vrije baan.
De heer HAALMAN wenscht den heer Korteweg te
wijzen op het ontwerp-Zondagswet, volgens welke wet alles
zooveel mogelijk niet op Zondag zal moeten geschieden,
behoudens eenige in het ontwerp genoemde uitzonderingen.
Onder die uitzonderingen behoort ook het schieten door de
burgerwacht. Wanneer nu het schieten op Zondag wordt
goedgekeurd, dan vindt spr. de prijsuitdeeling op dien dag
ook zoo erg niet.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer Haaiman
dus met dit punt van het programma accoord gaat.
De heer CERUTTI dient een voorstel in, tot het beschik
baar stellen aan de burgerwacht van een crediet ten bedrage
van f 2000.ter bestrijding van de kosten der te houden
feesten. Spr. acht dit toch beter dan eene subsidie, aange
zien men op deze wijze slechts zooveel geeft, als de burger
wacht noodig blijkt te hebben.
Dit voorstel wordt gesteund door de heeren K a n t e r s,
Z ij 1 m a n s en H o r n i x.