J I) 9 September 1920. 501 De VOORZITTER deelt mede, dat gisteren zijn ingeko men 3 adressen, namelijk ie. van de vereenigingen Breda's Mannenkoor", „Con cordia", „Bonus Eventus", „De Katholieke Kring" en „Prins Hendrik", daarbij verzoekende de belasting slechts me' 100 pet. te verhoogen en de minimumwaarde van toegangs bewijzen voor leden van vereenigingen te willen bepalen op 25 cent 2e. van de directeuren der te dezer stede bestaande bioscopen, verzoekende de belasting slechts met 100 pet. te willen verhoogen 3e. van de exploitanten van café-restaurants, daarbij ver zoekende het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet ongewijzigd te willen aannemen. Bovendien zijn door den heer C e r u 11 i twee amende menten ingediend, welke zich geheel aansluiten aan hetgeen in het adres der vereenigingen is verzocht. Algemeene beschouwing. De heer CERUTTI zegt, dat de Raad wel algemeen van oordeel was, dat de tegenwoordige belasting te laag is, doch spr. staat verbaasd, dat er nu eene verhooging wordt voor gesteld van 300 en 433 °/0. Dit moet noodzakelijk een na deel voor de gemeente zijn, hetgeen ook in het adres der vereenigingen betoogd wordt. Bijzondere kunst- en amuse mentsavonden zullen niet meer georganiseerd kunnen worden, wanneer de belasting zoo hoog is. Te 's Gravenhage is de belasting ook zoo hoog en daar is dezer dagen besloten, eene subsidie voor kunstvoorstellingen te geven, teneinde aan de hooge belasting tegemoet te komen. „De Katholieke Kring" heeft onlangs „de Paradijsvloek" opgevoerd, een stuk van superieure kunst. Voor deze uitvoering moest echter eene hooge entree geheven worden om de kosten te dekken. Hoe hooger de toegangsprijs gesteld wordt, des te meer belasting moet er betaald worden. Van f 2.50 bijv. moet f 0.50 belasting betaald worden, dus moet men f 3.entree

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 501