J 9 SEPTEMBER 1920. 507 js moet worden betaald. De beschouwing van den heer C e- ,r rutti, dat een entrée-prijs van f2.50, nu f3.zal worden, n is voorts niet geheel juist. In die f2.50 is ook al fo.i25be- s lasting begrepen. Wat de tegenwoordige verhooging betreft, n acht spr. de sprong niet zoo heel hoog, wanneer bedacht ke_ wordt hoe laag het percentage thans nog is. Spr. is dan ook ians van meening, dat de vereenigingen het volgend jaar wel cjan zullen toegeven, dat de belasting is meegevallen. aen' De heer CERUTTI blijft van meening, dat de geheele Raad voor verhooging is en dat spr. eene verhooging van oor 100 pet. voldoende acht. Men moet echter niet ter verdedi- '^cn ging van het voorstel zeggen, dat de belasting zoo laag is; Ult~ op deze wijze zou men alle belastingen kunnen opdrijven. enz' De vermakelijkheden zijn broodnoodig, de menschen kun- nen er niet buiten. Spr. acht het inconstitutioneel, namelijk eene in strijd met artikel 175 van de Grondwet, wanneer men de c'e bioscoop- en variétévertooningen hooger belast dan opera-of tooneelvoorstellingen. Immers wanneer van de eene verma- i0ic^ kelijkheid een lager percentage wordt geheven dan van eene nie^' andere, dan is dat volgens spr. het verleenen van privilege. en Voorts antwoordt spr. den heer F e b e r, dat de gemeente- iac^e' raad te 's-Gravenhage gisteren tot de meergemelde subsi- 1^>aic dieering heeft besloten, dus dat de heer F eb er aldaar kan mee informeeren, hoe het geregeld zal worden. Spr. wijst er nog- reec's maals op, dat de voorgestelde verhooging te drukkend voor n ^et de vereenigingen zal werken, szins rden De heer HAALMAN leest ter ondersteuning van het door daad hem gesprókene, een gedeelte voor van een artikel uit de be- Nieuwe Rotterdamsche Courant, waarin sprake is van de dat opbrengst der belasting op openbare vermakelijkheden in ken verschillende groote gemeenten en van subsidies aan uit- roote voeringen van kunstwaarde. Spr. dringt nogmaals aan op g ge- het geven van subsidie en hoopt, dat de mindere man, door nog middel van lage entrée-prijzen, dan eveneens in de gelegen- atsen heid zal gesteld worden, kunstuitvoeringen bij te wonen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 507