9 SEPTEMBER 1920. 513 gehouden met de bezoldiging, die in andere, met Breda „ongeveer gelijk staande, gemeenten aan denzelfden functio naris wordt toegekend. „Inmiddels bereikte ons het hierbij gevoegd schrijven van „Gedeputeerde Staten, betreffende de toekenning van een „kindertoeslag, waarbij de Raad wordt uitgenoodigd te dier „zake een voorstel te doen. „Een en ander heeft ons doen besluiten Uwen Raad in „overweging te geven, door tusschenkomst van Gedeputeerde „Staten, aan de Kroon voor te stellen de jaarwedde van den „commissaris van politie in deze gemeente vast te stellen op „f 5000.-- met 4 tweejaarlijksche verhoogingen van f 250. „alzoo tot een maximum van f 6000.met bepaling, dat „deze regeling zal geacht worden te zijn ingegaan op 1 Januari „1920 en dat de dienstjaren, door den tegenwoordigen func tionaris reeds in dienst der gemeente doorgebracht, zullen „medetellen voor de periodieke verhoogingen. „Verder geven wij U in overweging aan de Kroon mede „voor te stellen, dat boven het salaris zal worden toegekend „een kinderbijslag van 5 van het salaris tot een maximum „van f 250.per jaar en per kind beneden de 18 jaar, te „beginnen met het 3de kind. „Voor het berekenen van den kinderbijslag wordt voor elk „halfjaar de toestand genomen op 1 Januari en 1 Juli. Ver anderingen in dien toestand tusschentijds zijn niet van in- vloed op den over dat halfjaar uit te keeren bijslag. „Wij wenschen hieraan nog toe te voegen, dat deze rege- „ling van den kinderbijslag overeenstemt met die, welke „onlangs voor de gemeente-ambtenaren en ook voor de „burgemeesters, secretarissen en ontvangers in deze provin- „cie is vastgesteld." De heer A. SCHRAUWEN vindt het zonderling, dat bij deze salarisverhooging de gemeente Hilversum ter vergelijking wordt aangehaald. Bij vroegere salarisregelingen werd eene vergelijking met die gemeente onjuist geacht, omdat te Hil-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 513