9 SEPTEMBER 1920. 515 inneemt door de omliggende gemeenten. De politie heeft hierdoor ook eene bijzondere taak en heeft wellicht meer te doen dan de politie te 's Hertogenbosch, hoewel die gemeente in zielental boven Breda staat. Eveneens schept eene uit breiding van het corps met 25 man, zooals verleden jaar plaats had, wederom meer werk voor den commissaris. Er bestaan dus wel redenen, om het salaris-vraagstuk duchtig ter hand te nemen. Over het bedrag kan men natuurlijk van oordeel verschillen. Men kan zien naar oproepingen in andere plaatsen of zelf eene schaal vaststellen, doch men kan ook in aanmerking nemen de salarissen van de hoofden van de andere takken van dienst. Het minimum salaris voor den directeur der openbare werken bedraagt f 6500het maximum f7500. Het salaris van den directeur der bedrijven loopt van f7500f8500. Ziet men deze salarissen en houdt men re kening met het verschil der functies, dan is een salaris van f 5000f 6000 voor den commissaris van politie, eveneens een hoofd van een tak van dienst, toch niet te hoog. Wat dit betreft, past het voorstel dus wel binnen het raam van de ambtenaren-salarissen. Wat de terugwerkende kracht be treft, merkt spr. op, dat de herziening van dit salaris in 1918 heeft teruggewerkt tot 1 Januari 1918, evenals de herziening der overige ambtenaren-salarissen. Spr. acht het eveneens billijk, ook thans eenzelfde terugwerkende kracht te verleenen en stelt voor, deze verhooging te doen terugwerken tot 1 April 1919. Daar de dienst 1919 reeds gesloten is, zal hier voor een afzonderlijk voorstel noodig zijn, tot het toekennen van eene toelage gelijk aan het verschil over de laatste negen maanden van 1919 van het nieuwe salaris met het oude, vermeerderd met de destijds genoten toelage. De heer ZIJLMANS wenscht toch nog eenige opmerkingen te maken. Ten eerste acht spr. eene vergelijking met den Bosch niet deugdelijk. Deze gemeente telt 10,000 inwoners meer dan Breda, hetgeen toch een groot verschil maakt. Ten tweede acht hij. een vergelijk met de andere hoofden van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 515