9 SEPTEMBER 1920.
takken van dienst evenmin juist, daar met alle respect
voor den werkkring van den commissaris de taak van dezen
ambtenaar toch niet met die der andere hoofden van dienst
te vergelijken is. Ten derde bestrijdt spr. de meening, dat
deze salarisverhooging te wettigen zou zijn op grond van de
salarissen der overige hoofden van dienst, omdat spr. die
salarissen ook veel te hoog vindt.
De VOORZITTER stemt toe, dat de werkkring zeer zeker
een andere is dan die van de andere hoofden van takken
van dienst, doch acht een verschil van f 1500 met het salaris
van den directeur van openbare werken toch zeer wel hier
tegen op te wegen. De taak van den commissaris is eene
zeer zware en verantwoordelijke.
De heer HORNIX vraagt of bij eene mogelijke grensuit-
breiding van de gemeente, dit salaris wederom herzien zal
worden. Spr. zou dan willen voorstellen, deze uitbreiding
eerst af te wachten.
De heer HAALMAN is van meening, dat men bij de be
oordeeling van dit voorstel vooral één ding in het oog moet
houden, namelijk de vraag of dit salaris in verhouding staat
met de salarissen van den secretaris en den ontvanger.
Vergist spr. zich niet, dan stond het salaris van den com
missaris steeds tusschen dat van den secretaris en den ont
vanger. Voor deze ambtenaren zou het onbillijk zijn, wan
neer men zich thans niet meer aan die verhouding stoorde.
De heer A. SCHRAUWEN vraagt of de commissaris wel
tot de gemeente-ambtenaren behoort, omdat hij in alles toch
geheel vrij van de gemeente staat, behalve dan wat den
Burgemeester betreft.
De VOORZITTER merkt op, dat dit toch niet wegneemt,
dat ook de commissaris een behoorlijk salaris dient te ge
nieten.