J
fi
V
9 SEPTEMBER 1920. 517
De heer A. SCHRAUWEN is toch van meening, dat men
hem niet met de gemeente-ambtenaren vergelijken kan.
Het voorstel van den heer ZIJLMANS, om het salaris op
f4500f5500 te bepalen, wordt ondersteund door de heeren
Kluft, A. Schrauvven en van Groenendael.
De VOORZITTER antwoordt den heer H o r n i x, dat
eene herziening van het salaris bij grensuitbreiding geheel
afhangt van die uitbreiding. Op zichzelf behoeft deze geen
reden tot salaris-herziening te zijn. Er kunnen uitbreidingen
plaats hebben, waardoor de taak der politie in het geheel
niet verzwaard wordt. Indien bijv. Tilburg of 's-Hertogeubosch
een strook omliggenden grond annexeerde, dan zou dit den
werkkring der politie niet behoeven uit te breiden Aan den
anderen kant kunnen er ook grensherzieningen plaats grijpen,
welke wel terdege de taak der politie verzwaren. Den heer
A. Schrauwen antwoordt spr., dat de bezoldiging door
de gemeente geschiedt en dat zij hiervoor te zorgen heeft.
Doet de gemeente dit niet, dan is er eene andere macht,
die daarvoor zal zorgen. Voorts wijst spr. nogmaals op het
beduidende verschil met de salarissen der hoofden van de
takken van dienst. Ook al zijn de functies moeilijk voor
vergelijking vatbaar, toch dient er eenige verhouding te
bestaan. De heer Haaiman wees op eene verhouding met
andere betrekkingen. Indien dit standpunt juist is, dan past
het voorstel zich daarbij zeer goed aan.
De heer CERUTTI acht de taak van den commissaris
toch niet zoo bijzonder zwaar. Spr. vindt het jammer, dat
dan ook vroeger geen rekening met de werkzaamheden is
gehouden ten opzichte van de salarissen voor de inferieure
ambtenaren.
De VOORZITTER zegt, dat deze inderdaad wel in aan
merking zijn genomen ook verleden jaar was het juist een
der argumenten voor loonsverhooging, dat de agenten eene
zoo omvangrijke taak hebben te vervullen