5i8 9 SEPTEMBER 1920. De heer CERUTTI antwoordt, dat dit als argument voor de uitbreiding diende. De VOORZITTER wijst er op, dat de taak van den com missaris door die uitbreiding ook wederom zwaarder is ge worden. Thans wordt het voorstel van den heer ZIJLMANS in stemming gebracht en vèrworpen met 10 tegen 9 stemmen. Tegen stemden mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Moll, M e ij v i s, G r u ij s, L ij d s m a n, F e b e r, Haai man, Clement, F. S c h r a u w e n en van D ij k. Vóór waren de heeren Kluft, Martens, Hornix, Kortewe g, A. Schrauwen, van Groenendael, Cerutti, Zijlmans en Kanter s. De VOORZITTER verklaart, dat het voorstel van Burge meester en Wethouders dus aanvaard is met een bijgevoegd voorstel, waarbij aan den commissaris eene gratificatie wordt toegekend over de laatste negen maanden van 1919, ten bedrage van het verschil van zijn nieuwe salaris en het oude, vermeerderd met den genoten toeslag en dat een en ander ter vaststelling aan de Kroon in overweging gegeven zal worden. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver hooging der jaarwedden van den gemeente-archivaris, den uurwerkmaker en den klokkenist, waarbij wordt voorgesteld, de jaarwedde van den eerstgenoemde te bepalen op f 600. die van den klokkenist op f 700.en die van den uurwerk maker op f 800. De heer CERUTTI verklaart, wel met de regeling voor den uurwerkmaker en den klokkenist accoord te kunnen gaan, doch niet met de jaarwedde van den archivaris. De jaarwedden der eerstgenoemden zijn in 1918 nog herzien,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 518