3 FEBRUARI 1920. De VOORZITTER stelt voor de motie-Haaiman niet in behandeling te nemen. Dit voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen met 11 tegen 9 stemmen. Vóór stemden de heeren Martens, Moll, L ij d s m a n, Loomans, Kluft, Bog m a n s, F. Sc h rauwe n, van Groene ndael, K.o r f: e w e g, Z ij 1 m a n s en A. Sc h rauwe n. Tegen waren de heeren Haaiman, Hornix, Ran ters, C e r u 11 i, M e ij v i s, G r u ij s, mevr. N e v e-R e i 11- t j e s, F e b e r en van D ij k. De heer Clement was bij deze stemming afwezig. De heer A. SCHRAUVVEN herinnert aan zijn voorstel om de motie van mevrouw Neve geheel uit te voeren. De VOORZITTER brengt in stemming de wijziging van art. 19. Dit voorstel wordt verworpen met 12 tegen 9 stemmen. Tegen stemden de heeren Haaiman, Hornix, Ran ters, Cerutti, Clement, M e ij v i s, G r u ij s, F. Sc h ra uwen, F e b e r, van Dijk, Korte weg en Z ij 1 m a n s. Vóór waren de heeren Martens, Moll, L ij d s m a n, Loomans, Kluft, Bogmans, mevr. Neve-Rein- tjes, van Groenendael en A Sc h rauwe n. De heer ZIJLMANS zegt niet begrepen te hebben waarvoor hij gestemd heeft. Nu wil hij geacht te zijn voor te hebben gestemd. De VOORZITTER merkt op, dat dan de stemmen staken. De heer F. SCHRAUVVEN komt daartegen op.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 51