9 SEPTEMBER 1920. 525 Het voorstel tot wijziging van ,,144" in „126", in stem ming gebracht, werd aangenomen met 3 tegen 2 stemmen. Art. 21. Door een der leden werd voorgesteld, in dit artikel de 1 Mei-dag als feestdag te doen opnemen. Waar in dit artikel de algemeene Christelijke en speciaal Roomsch- Katholieke feestdagen zijn opgenomen, achtte de voorsteller het billijk, ook den 1 Mei-dag als feestdag te erkennen, daar deze dag niet alleen door de bij de sociaal-democra tische arbeiderspartij aangeslotenen, maar ook in ruimen kring daarbuiten (te samen wel 50 pet. van het totaal der gemeentewerklieden uitmakende) als feestdag beschouwd wordt. De gemeente moet ook hierin een ruim standpunt innemen zij heeft ook eerbied voor feestdagen, door eene bijzondere kerk of richting voorgeschreven. De andere leden achtten eene vergelijking met de alge meen Christelijke en de speciaal Roomsch-Katholieke feest dagen niet deugdelijk, daar de 1 Mei-dag een zuiver poli tieke feestdag is, terwijl de evengenoemde dagen uitsluitend kerkelijke feestdagen zijn. Iedere politieke partij zou een dag kunnen aanwijzen ter viering harer beginselen en dan zou men die dagen ook als feestdagen dienen op te nemen. Men moet derhalve onderscheid maken tusschen godsdienstige en politieke feestdagen. De voorsteller beschouwde daarentegen den 1 Mei-dag niet als een zuiver politieken feestdag, doch als een feestdag van den arbeid. Ook velen buiten de sociaal-democratische arbeiderspartij voelen daarom dien dag als een feestdag. In stemming gebracht, werd dit voorstel verworpen met 4 tegen 1 stem. Art. 22, lid 2. Het lid der commissie, dat bij artikel 16, lid 2, voorstelde de 45-urige werkweek te doen invoeren, wees bij dit artikel er op, dat bij eventueele invoering van de 45-urige werkweek 1/48 te wijzigen is in 1/45. Art. 23. Een der leden stelde voor, dit artikel te doen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 525