53° 9 SEPTEMBER 1920. b. gevallen, waarin toepassing van dè door het reglement gestelde regelen, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders ernstige bezwaren zoude opleveren of wel, dat a en b beide doelen op dezelfde gevallen. Zijn hier twee verschillende soorten gevallen bedoeld, had dit lid ernstig bezwaar tegen de zinsnede ,,en waarin toe passing van de door het reglement gestelde regelen, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders ernstige be zwaren zoude opleveren", daar dit z.i. eene te elastische be paling zou vormen. Een ander lid zag in dit artikel liever gesproken van goed keuring door den Raad, dan van mededeeling aan den Raad. De commissie voornoemd get. CERUTTI, Voorzitter. get. N. J. H. VAN GROENENDAEL, get. A. C. KORTEWEG. get. A. SCHRAUWEN. get. F. C. A. SCHRAUWEN. ANTWOORD van Burgemeester en Wethouders op het rapport van de Commissie uit den Raad tot onder zoek van het ontzverp-Reglement voor de werklieden in dienst der Gemeente Breda. Erkentelijk voor het tot hen gerichte woord van waardee ring, vernamen Burgemeester en Wethouders met voldoening dat de commissie zich over het geheel zeer goed met de verschillende bepalingen van het Ontwerp-reglement kon vereenigen. De gemaakte opmerkingen omtrent de artikelen van het ontwerp mogen hieronder beantwoording vinden. Afzonder lijk wordt eene nota van wijziging hierbij gevoegd. Art. 1, lid 1. Het komt niet juist voor de aangegeven woorden in te lasschen, aangezien daardoor de taak van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 530