a
53§
9 SEPTEMBER 1920.
Art. 14. Het woord „werknemer" wordt vervangen door
„werkman".
Art. 19. „144" wordt veranderd in „135".
Art. 27, lid 3. Aan het slot van dit lid wordt de punt
gewijzigd in een komma, terwijl er aan wordt toegevoegd:
„in welk laatste geval hem naar billijkheid eene vergoeding
voor de niet genoten vacantiedagen wordt toegekend.
Art. 29, lid 1 b. In plaats van de bestaande redactie
wordt hier gelezen
b. aan vaste en voorloopige aangestelde werklieden gedu
rende ten hoogste
4 achtereenvolgende weken
6
o
aJ
G
12
15
l8
21
24
27
30
24
V
T3
U
G
O
ba
G
rë
G
aJ
aJ
24
<u
<L>
T3
G
'■a
G
14 weken
of minder
boven 14
tot
en
met
18
weken.
van
boven 18
tot
en
met
22
weken.
bJD
.5
boven 22
tot
en
met
26
13
24
weken.
u
u
4-1
<D
4-J
boven 26
tot
en
met
30
weken.
tn
G
*3
boven 30
tot
en
met
34
weken.
G
<U
boven 34
tot
en
met 38
24
O
weken.
<L>
boven 38
tot
en
met
42
weken.
G
O
boven 42
tot
en
met 47
weken.
boven 47
tot
en
met
52
weken.
Art. 33, lid 2. Aan dit lid wordt het volgende toege
voegd ,,Voor de toepassing dezer bepaling blijven de perio
dieke verhoogingen aan de nieuwe dienstbetrekking verbonden
buiten beschouwing".