9 SEPTEMBER 1920. De heer F. SCHRAUWEN zal niet ingaan op hetgeen door den heer Korteweg gesproken is, hoewel dit zou kunnen dienen ter bestrijding van de meening van den heer F e b e r, dat men de arbeiders tot de liefde voor den ade- lenden arbeid zou moeten aansporen. De heer Feb er zegt, dat de toelichting van spr. handig gevonden is daartegen over wil spr. verklaren, dat ook hetgeen de heer F e b e r gezegd heeft, handig is. De andere heeren, die zoo verrukt van deze rede zijn, hadden het blijkbaar niet gevonden. Het gaat hierbij echter niet om den vrijen Zaterdagmiddag, welke reeds geregeld is, noch om de vraag of deze moet worden ingehaald op de overige werkdagen. Stelt men echter de 48-urige werkweek en den vrijen Zaterdagmiddag vast, dan brengt men den 8-uren dag om hals. Het gaat dus niet om het 30 minuten langer werken, doch alleen om den 8- urendag. De heer F e b e r heeft het amendement bestreden met argumenten uit de oude doos, zooals „de ledigheid moet bestreden worden", „ledigheid is des duivels oorkussen", enz. Met precies dezelfde argumenten werd vroeger de lange werktijd voor arbeiders, vrouwen en kinderen in de textiel nijverheid in Engeland verdedigd. Op grond van deze argu menten zeide Napoleon, dat men zelfs des Zondags de arbeiders na de kerk, bij clubjes de fabrieken moest indrijven. Dat de Minister uitzonderingen stelt voor verschillende indu strieën, acht spr. een zwak argument. Die industrieën en de motieven, welke tot deze afwijkingen aanleiding geven, zijn met name genoemd, namelijk dat gebrek aan arbeidskracht langeren werktijd noodzakelijk maakt, teneinde de productie op peil te houden. Voor de gemeenten heeft dit motief geen zinop dit gebied zijn er genoeg arbeidskrachten. Een ander motief, met name de concurrentie met het buiten land, bestaat al evenmin voor de gemeente. Hiermede ver valt dus het krachtigste motief, dat de heeren zoo krachtig hebben aangegrepen. De heer F e b e r heeft gezegd, dat geen verkorting van den arbeidstijd kan worden toegestaan, omdat er toch al te weinig geproduceerd wordt. Spr. plaatst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 550