g SEPTEMBER 1920. 553 het goede binnen de muren blijft. Spr. deelt uit eigen ervaring mede, dat in den arbeidstijd van 9 uren meer geproduceerd werd dan vroeger in 11 uren. Zoo zal het thans ook zijn. Bovendien zijn de goede werklieden voor hun gezin een zegen, als zij thuis zijn. De gelijkluidende amendementen van de heeren F. en A. Schrauwen worden alsnu in stemming gebracht en ver worpen met 11 tegen 8 stemmen. Tegen waren de heeren Kluft, Lijdsman, Hornix, Feber, Korte weg, van Groenendael, Cerutti, Clement, Zijlmans, van Dijk en Kanter s. Vóór stemden mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Moll, Me ij vis, Gruijs, Martens, A. Schrauwen, Haaiman en F. Schrauwen. Bij artikel ig merkt de VOORZITTER op, dat volgens de nota van wijzigingen „144" is veranderd in „135" en dat hierop een amendement van den heer F. Schrauwen is ingediend, om ,,135" te wijzigen in „126". De heer F. SCHRAUWEN zegt, dat de continu-dienst zooveel zwaarder is dan de gewone dienst. Daarom acht spr. ook eene compensatie billijk, welke niet alleen bestaat in het feit, dat zij iets meer verdienen. Voor hen acht spr. de 42-urige werkweek billijk, hetgeen bij een 4-ploegenstelsel zeer wel mogelijk is, met behoud van een vrijen dag. De VOORZITTER is van meening, dat dit niet nood zakelijk is te achten. Het is voor spr. zelfs eene vraag of 135 uren wel juist is; het komt spr. technisch onmogelijk voor, een goede indeeling te treffen bij 135 werkuren in drie weken. Bij een werktijd van 144 uren is het mogelijk, den arbeiders een vrijen dag te waarborgen. Deze zal nu echter vervallen. Daarom zijn Burgemeester en Wethouders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 553