1
557
l/<-
9 SEPTEMBER 1920.
1 op
i dit
reli-
it de
elen
00k
:and
van
daar
ver-
j d s-
ven,
1 a n s
;eren
u ft
een
liend
•tikel
aald,
zijn
dat
>eten
hem
ment
te kunnen vinden. Waar dit beginsel voor de andere werk
lieden is aanvaard, zou spr. deze groepen hiervan niet willen
uitzonderen. Dat dit artikel ten bate van invaliden zou zijn,
wenscht spr. niet te onderschrijven voor hen geldt reeds
artikel 34. Het artikel is derhalve slechts een groot nadeel
voor de betrokken arbeiders en daarom geeft spr. in over
weging, dit artikel te schrappen.
De VOORZITTER zou het tegenovergestelde willen aan
raden. Een reglement als dit, heeft eenige elasticiteit noodig.
Ook het aan de orde zijnde artikel moet in dit licht bezien
worden de werking hiervan zal noch onpractisch noch
onbillijk zijn. Hier heeft men diensten op het oog, waarvoor
geen volle arbeidskracht vereischt is en door menschen, die
de gemeente anders niet in dienst zou kunnen nemen zeer
goed verricht kunnen worden. Deze arbeiders behoeven daar
om nog niet invalide te zijn. Bovendien betreft het hier
tijdelijke werkzaamheden. Handhaving van dit artikel acht
spr. zoowel in het belang van de personen zelf als van de
gemeente.
De heer F. SCHRAUWEN zegt, dat de Voorzitter
de wenschelijkheid van dit artikel bepleit, opdat men personen,
die minderwaardige diensten verrichten, ook minder kan
betalen dan de andere werklieden. Van dit artikel kunnen
echter geheele categorieën de dupe worden er staat „zooals
nachtwakers en keetknechts". Ook dezen behooren een be
hoorlijk loon te verdienen. De Voorzitter heeft gezegd,
dat dit ziet op tijdelijke werkzaamheden, waarvoor dus volgens
spr. wel tijdelijke werklieden zullen worden aangewezen.
Hierin acht spr. een gevaar voor deze soort arbeiders, namelijk
dat aan hen zal gezegd worden ,,o, jij werkt daar, dan
verdien je maar minder".
De VOORZITTER zegt, dat van onrechtvaardigheden geen
sprake is bovendien betreft het hier uitzonderingsgevallen.