558
9 SEPTEMBER 1920.
Het amendement, in stemming gebracht, wordt verworpen
met 12 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren Moll, Martens, L ij d s-
man, Hornix, Feber, Korte weg, A. Schrauwen,
van Groene ndael, Cerutti, Clement, Zijlmans
en van D ij k.
Vóór waren mevrouw Neve-Reintjes en de heeren
M e ij v i s, G r u ij s, H a a 1 m a n en F. Schrauwen.
Bij de behandeling van artikel 25, 1 i d 1, merkt de
heer F. SCHRAUWEN op, dat de uitbetaling verschillend
geregeld is bij het eene bedrijf geschiedt zij des Vrijdags,
bij het andere des Dinsdags. Dinsdag acht spr. hiervoor zeer
ongewenscht. Het loon is niet van dien aard, dat een ar
beidersgezin na 6 dagen nog iets over heeft om op den
zevenden dag de zoo noodige ontspanning te kunnen ge
nieten en daarbij een glaasje limonade te gebruiken.
Uitbetaling op Vrijdag acht spr. het meest geschikt
„moeder de vrouw" kan dan des Zaterdagmiddags inkoopen
gaan doen, terwijl er dan ook nog geld aanwezig zal zijn, om
Zondags eens uit te gaan. Spr. zou bij alle bedrijven de
uitbetaling des Vrijdags willen doen geschieden en wenscht
hierover eene uitspraak van den Raad.
De VOORZITTER zegt, dat de heer F. Schrauwen,
desgewenscht, deze aangelegenheid kan voorleggen aan de
commissie van overleg, zoodra deze bestaat. Spr. zou overi
gens veel kunnen zeggen tegen de uitbetaling op Vrijdag
en vóór die op Dinsdag, doch zal dit, wegens het verge
vorderde uur, nalaten.
Bij de behandeling van artikel 27, lid x, zegt de
VOORZITTER dat door den heer Haaiman is ingediend
het volgende amendement met toelichting
