T 3 FEBRUARI 1920. De heer KANTERS vreest niet de concurrentie van de petroleum, meer van de electriciteit. In verband daarmede leest hij eenige zinsneden voor uit het Januari-nummer van een tijdschrift op gasgebied. Het voorstel van den heer Kan t e r s wordt niet onder- steund en kan dus niet in behandeling genomen worden. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer KORTEWEG herinnert aan zijn vraag betreffende de buitengemeenten. De VOORZITTER zegt overweging toe. 40. Voorstel van burgemeester en wethouders tot toeken ning eener jaarlijksche bijdrage van f 500.aan de ver- eeniging „Stedelijk museum voor geschiedenis en oudheid- kunde", luidende als volgt „Van het bestuur van de vereeniging „Stedelijk museum „voor geschiedenis en oudheidkunde" alhier ontvingen wij „het hierbijgaand schrijven, verzoekende in aanmerking te „komen voor eene jaarlijksche toelage, waarvan het aan „het einde van een boekjaar onuitgegeven gedeelte steeds „op een volgend boekjaar zou mogen worden overgeschre ven, ten einde van tijd tot tijd waardevolle historische aan- „koopen mogelijk te maken. „Naar aanleiding van dit verzoek wenschen wij het vol gende onder Uwe aandacht te brengen „De hierbedoelde vereeniging werd opgericht in 1902. „Bij raadsbesluit van 14 Februari 1903 werden haar een „tweetal lokalen in het pand „Het Liggend Hert", thans „met het gemeentehuis verbonden, tot wederopzegging ten „gebruike afgestaan,- onder bepaling dat tevens een lid van ,het dagelijksch bestuur en een lid van den raad in het „bestuur der vereeniging zouden zitting nemen. „In datzelfde jaar werden nog verschillende voorwerpen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 55