9 SEPTEMBER 1920.
Alsnu komt in stemming het eerste amendement, om 12
vacantiedagen te verleenen, hetwelk wordt verworpen met
12 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren Moll, Martens, L ij d s-
man, Hornix, Feber, Korteweg, A. Schrauwen,
van Groenendael, Cerutti, Clement, Zijl-
m a n s en van D ij k.
Vóór waren mevrouw Neve-Reintjes en de heeren
M e ij v i s, G r u ij s, Haaiman en Pk Schrauwen.
Vervolgens wordt in stemming gebracht het tweede amen
dement, om 100 °/o toeslag te verleenen en verworpen met
11 tegen 6 stemmen.
Tegen stemden de heeren Moll, M a r t e n s, L ij d s-
m a n, Hornix, Feber, Korteweg, van Groenen
dael, Cerutti, Clement, Zijlmans en van Dijk.
Vóór waren mevrouw Neve-Reintjes en de heeren
M e ij v i s, G r u ij s, A. Schrauwen, Haaiman en
F. Schrauwen.
Tenslotte wordt in stemming gebracht het derde amende
ment, strekkende om den toeslag ook aan de voorloopig aan
gestelde en jeugdige werklieden te verleenen, welk amende
ment wordt verworpen met 12 tegen 5 stemmen.
Tegen waren de heeren Moll, Martens, Lijdsman,
Hornix, Feber, Korteweg, A. Schrauwen, van
Groenendael, Cerutti, Clement, Zijlmans en
v a n D ij k.
Vóór stemden mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren
M e ij v i s, G r u ij s, Haaiman en F. Schrauwen.
Bij artikel 27, lid 3 zegt de VOORZITTER, dat,