564
9 SEPTEMBER 1920.
van Groenendael, Cerutti, Clement, Zijlmans,
en van D ij k.
Vóór waren mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren
M e ij v i s, G r u ij s, Haaiman en F. Schrauwen.
Bij artikel 45, lid 1, 2° en 30 wijst de VOORZITTER
er op, dat hierin veranderingen zijn aangebracht, overeen
komstig de nota van wijzigingen.
Bij de behandeling van artikel 47, lid 1, merkt de
VOORZITTER op, dat door den heer F. Schrauwen
een amendement is ingediend, om tusschen „in" en „art. 45"
in te voegen „art 44, lid 1 en" en tusschen „onder" en
„4°, 50 en 6°" in te lasschen ,,i°, 2° en 30", teneinde ook
hiervoor beroep op het scheidsgerecht open te stellen.
Gelet op den uitslag der stemmingen tijdens de behande
ling van dit reglement, zegt de heer F. SCHRAUWEN over
dit amendement maar niet meer te spreken, aangezien het
toch niets zal geven.
Het amendement alsnu in stemming gebracht, wordt ver
worpen met 11 tegen 6 stemmen.
Tegen stemden de heeren Moll, Martens, Lijds-
man, Feber, Korteweg, A. Schrauwen, van
Groenendael, Cerutti, Clement, Zijlmans en
van D ij k.
Vóór waren mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren
M e ij v i s, G r u ij s, H o r n i x, Haaiman en F. Schrau
wen.
Vervolgens wordt het ontwerp-werkliedenreglement met in
achtneming der vastgestelde wijzigingen zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.