9 SEPTEMBER 1920. De heer CERUTTI brengt, als voorzitter der commissie tot onderzoek van het ontwerp-werkliedenreglement, namens den Raad hulde aan Burgemeester en Wethouders voor het in dit reglement geleverde werk. Ook wenscht spr. zijn dank te betuigen aan den commies-redacteur mr. W e s t r i k voor de doeltreffende wijze waarop hij het secretariaat der commissie heeft vervuld. De VOORZITTER sluit zich aan bij de laatste woorden van den heer C e r u 11 i. 18. Thans stelt de VOORZITTER voor, de bestaande regeling betreffende den keuringsdienst van voedingsmiddelen en gebruiksartikelen onder de bestaande voorwaarden te verlengen, totdat de Warenwet 1919, Stbld. n°. 581, inwer king zal zijn getreden en in verband daarmede, de benoe ming van den heer dr. A. V e r w e ij te Rotterdam tot directeur van genoemden dienst te continueeren tot boven vermeld tijdstip, ingaande 1 October 1920. Daartoe wordt besloten. 19. Alsnu is aan de orde het antwoord van Burgemeester en Wethouders op de in de vorige vergadering behandelde vragen van den heer F. SCHRAUWEN, welk antwoord aldus luidt „Ten vervolge op onze inlichtingen aan den heer F. C. ,,A. Schrauwen dd. 19 Augustus 1920 in zake de orga nisatie van losse werklieden in dienst der gemeente en naar „aanleiding van een desbetreffende nader gestelde vraag in „Uwe vergadering van 26 Augustus jl., hebben wij de eer U „mede te deelen, dat blijkens ingewonnen informatie bij de „directie van' Openbare Werken toen zij inlichtingen in- „won of werklieden bij dien dienst georganiseerd waren in „den Centralen Bouwarbeidersbond geenszins de gedachte „voorzat daardoor eenigerlei drang te oefenen betreffende „het lidmaatschap. Slechts was het de bedoeling voorbereid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 565