7 October 1920. Agenda: A. Ingekomen stukken. i. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan eener geldleening van f 1.500.000. Tegenwoordig mevr. J. M. NEVE-REINTJES en de heeren W. J. H. FEBER, H. J. H. HORNIX. C. P. A. KANTERS, M. W. MARTENS, C. TH. BOGMANS, W. J. A. LOOMANS, C. J. KLUFT, TH. J. A. VAN DIJK, H. J. MOLL, A. SCHRAUWEN, J. M. MEIJVIS, F. F. X. CERUTTI, P. G. GRUIJS, A. C. KORTEWEG, A. J. M. CLEMENT en N. J. H. VAN GROENENDAEL. Afwezig de heeren A. W. ZIJLMANS, F. C. A. SCHRAU WEN en P. HAALMAN. Voorzitter de heer J. LIJDSMAN, waarnemend burge meester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van den heer Haaiman een telegram is ingekomen, berichtende dat hij verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan eener geldleening van f 1.500.000, luidende als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 567