568
7 OCTOBER 1920.
„Bij Uw besluit van 26 Juni 1920, goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten van Noordbrabant bij besluit van 30 Juni
„1920, G. No. 337, werd besloten tot het aangaan van eene
„6 0/0 geldleening ten laste dezer gemeente, groot nominaal
„f 2.000.000.
„De gehouden inschrijving op deze geldleening, tegen den
„koers van 98V2 benevens den verkoop van stukken tegen
„den verminderden koers van 97V2 °/o heeft tot resultaat
„gehad, dat van deze geldleening in totaal is geplaatst een
„bedrag van f839.000.waarvan f579.500.tegen den
„koers van 98Y3 °/o en f 257-5°°-tegen den koers van
>>97 V2
„Aangezien in den laatsten tijd verschillende groote ge-
„meenten reeds leeningen van 7 °/o aan de markt hebben
„gebracht, spreekt het vanzelf dat met den verkoop van
„6 O/o obligatiën niet meer met succes kan worden voort
gegaan.
„Op grond hiervan lijkt het ons gewenscht over te gaan
„tot het uitschrijven van eene 7 geldleening ten bedrage van
„het ongeplaatst gebleven gedeelte der 6 leening, terwijl
„dan nog in deze nieuwe leening kunnen worden opgenomen
„de buitengewone uitgaven voorkomende op de ontwerp-
„begrooting voor het dienstjaar 1921, waardoor het totaal
„bedrag dier leening kan worden gebracht op f 1.500.000.
„hetgeen blijkt uit de volgende becijfering".
BEREKENING VAN EENE AAN TE GANE 7°/0 LEENING TEN
LASTE DER GEMEENTE BREDA, GROOT NOMINAAL
f 1.500.000,
Van de 6°/o leening, groot f 2.000.000,kwam ten laste van
A. Algemeene dienst.
I. Crisisuitgaven (levensmiddelenvoorziening)f 220000.
II. Andere buitengewone uitgaven (waaronder tram
bedrijf) - 1080000.—
Transporteeren f 1300000,-
