15 OCTOBER 1920. 593 ie E. Bernard te Bussum, 2e A. M. van R ij t h o v e n te Breda, 3e H. J. van den Broek te Dordrecht. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 2c stemmen, waarvan 10 op den heer van R ij t h o v e n, 9 op den heer Bernard en 1 op den heer van den Broek. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming, waarvan de uitslag is, dat worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 13 op den heer Bernard en 7 op den heer van R ij t - hoven. Zoodat is benoemd tot havenmeester in deze gemeente Ed nardus Bernard, thans haven meester te Bussum, op de aan die betrekking ver bonden jaarwedde, in te gaan met den dag zijner infunctietreding en onder voorwaarde, dat de be noemde zich gedragen zal naar de vastgestelde of later vast te stellen verordeningen en instructiën. 19. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij, met overlegging van een voorstel van de commissie voor de Ambachtsschool en van het goedkeurend bericht van den Inspecteur van het middelbaar onderwijs, in overweging gevende de benoeming van den tijdelijken leeraar in het meubelmaken aan de Ambachtsschool, Th. J. P. J. K o r e- m a n s, opnieuw te verlengen tot 1 Mei 1921. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten, met bepaling, dat deze tijdelijke benoeming zal geacht worden te zijn ingegaan op 1 October 1920. 20. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij in overweging gevende om het stembureau voor de in [920

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 593