15 OCTOBER 1920. 603 der gemeente woonachtig zijn en onder bepaling, dat deze bijdrage ook zal worden toegekend ten behoeve van die kinderen uit deze gemeente, wier uitzending door bemidde ling van de commissie reeds heeft plaats gehad. Dienovereenkomstig wordt besloten. 31. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van leiders van lichamelijke oefeningen der jeugd, om verhooging van de hun toegekende bijdrage, waarbij wordt voorgesteld, de bijdrage voor het cursusjaar 1919/1920 van f 40.op f 50.per groep te brengen. Daartoe wordt besloten. 32. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de firma G. Boon te Amsterdam, om restitutie van het te veel betaalde bedrag voor stroomlevering, waarbij wordt voorgesteld, afwijzend op dit adres te beschikken. De heer HORNIX spreekt zijne bevreemding uit over het feit, dat iets dergelijks heeft kunnen voorkomen. Het verschil van electriciteitsgebruik gedurende deze maanden is te groot. Er moet hierbij iets niet in orde zijn geweest. Spr. betreurt het, dat van gemeentewege geen ernstige poging is gedaan, om tot eene oplossing te geraken, bijvoorbeeld door een onpartijdig onderzoek. Men moet toch aannemen, dat de heer Boon een fatsoenlijk man is en niet liegt. De VOORZITTER protesteert tegen de uitdrukking, dat er niet ernstig naar eene oplossing is gezocht. Vanwege het lichtbedrijf is de zaak onpartijdig onderzocht. Voorts komt het spr. onmogelijk voor, thans nog een onderzoek in te doen stellen. De heer HAALMAN acht het zeer verkeerd, wanneer men in dit geschil een onpartijdig deskundige zou willen be noemen. Iedere gas- of electriciteitsverbruiker zou dan een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 603