i5 OCTOBER 1920.
605
De VOORZITTER zegt, dat het College van Burgemeester
en Wethouders geen aanleiding tot restitutie aanwezig acht,
daar de zaak reeds tweemaal zeer nauwkeurig onderzocht is.
De heer HORNIX is van meening, dat de feiten door den
heer Boon weergegeven, toch in strijd zijn met de aan
wijzing der meters.
De VOORZITTER zegt, dat de directeur der lichtbedrijven
dit niet bevestig^.^
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
33. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
adressen van werkliedenvereenigingen om in bestekken be
palingen op te nemen omtrent minimumloon en maximum-
arbeidsduur, waarbij wordt voorgesteld, deze voor kennis
geving aan te nemen, aangezien aanneming dier verzoeken
in de huidige omstandigheden geen effect meer kan sorteeren.
Daartoe wordt besloten.
34. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het
voorstel van den heer Haaiman inzake de opheffing van
het Stedelijk Muziekkorpszijnde dit prae-advies van den
volgenden inhoud
„In Uwe vergadering van 27 December j.l. kwam ter tafel
„een voorstel van Uw medelid, den heer Haaiman, het-
„welk de strekking had het Stedelijk Muziekkorps op te
„heffen en andere muziek- en zangvereenigingen te subsi-
.dieeren.
„In verband hiermede kwamen nog in, een tweetal adres
sen van besturen van bestaande muziek- en zangvereeni-
„gingen, adhaesie betuigende aan het voorstel-H a a 1 m a n,
„betreffende de subsidieering van muziek- en zangvereeni-
„gïngen, alsmede een adres van leden van het Stedelijk