6i8
15 OCTOBER 1920.
bereiken. Spr. steunt dan ook het voorstel van den heer
Hornix.
De heer HORNIX wijst er op, dat het maximum pen
sioen steeds hooger wordt, in verband met de laatste salaris
herziening. Spr. stelt dan ook een amendement voor, om
aan den heer L. P. K r i e n s eervol ontslag te verleenen
met ingang van 1 Januari 1924, met dankbetuiging voorde
bewezen diensten.
De heer KORTEWEG zegt, dat in de nieuwe Pensioen
wetten vermoedelijk slechts de drie laatste jaren als grond
slag voor het pensioen in aanmerking zullen komen. Ver
schijnen deze wetten dit jaar of desnoods het volgende jaar,
dan zou de directeur nog slechts éen jaar te kort komen
voor zijn maximum pensioen.
De heer FEBER acht het voorstel van den heer Hornix
inconsequent; de gemeente zou een kapelmeester bezitten
zonder muziekkorps.
De heer HORNIX stemt dit niet toe de gemeente be
hoeft hem niet in dienst te houden als kapelmeester, maar
kan hem een anderen titel geven. De kosten zullen voor de
gemeente niet zoo groot zijn en de heer K r i e n s zal er
ten zeerste mede gebaat worden.
De heer MOLL acht de gevolgen van een dergelijk voor
stel legio. Verschillende soortgelijke gevallen kunnen zich
o.a. aan de Ambachtsschool in de toekomst voordoen. Spr.
vreest, dat men op deze wijze straks nog aardig in eigen
beurs zal moeten tasten.
Het amendement van den heer Hornix wordt gesteund
door de heeren van D ij k, Haaiman en Me ij vis.
De heer CERUTTI zegt, dat de mogelijkheid bestaat, dat
in de nieuwe Pensioenwetten een termijn van éen jaar zal