iS OCTOBER 1920.
621
De heer A. SCHRAUWEN is vóór de verplichte Zon
dagssluiting van de kapperssalons, welke toch meer als kap-
perswerkplaatsen zijn aan te merken.
De VOORZITTER is van meening, dat men hiervoor
toch beter eene uniforme regeling kan afwachten.
De heer KORTEWEG zag het verzoek van de kappers-
vereenigingen met het oog op den Zondagsrust toch
gaarne ingewilligd, aangezien eene onderlinge regeling door
enkele onwilligen onmogelijk is gemaakt.
De heer HAALMAN hoewel zeer vóór Zondagssluiting
zijnde acht het toch onmogelijk, voor de eene categorie
winkeliers de verplichte Zondagssluiting in te voeren en
voor de andere niet. Spr. wil daarom de Rijksregeling af
wachten mocht deze echter nog lang uitblijven, dan zou
eene gemeentelijke regeling nog overwogen kunnen worden.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders, terwijl tevens eene gelijke beslissing
wordt genomen ten opzichte van de adressen, ver
meld onder de punten 6 en 7 dezer agenda.
36. l'rae-advies van Burgemeester en Wethouders op
adressen van A. W. Oostvogels, in zake toepassing van
artikel 15 der bouwverordening, waarbij wordt voorgesteld
aan adressant mede te deelen, dat artikel 15 niet van toe
passing is te achten op dit geval, daar er in deze geen
sprake is van ruimte tusschen zijgevels, omdat er slechts
éen gebouw bestaat.
De heer HORNIX kan niet ontkennen, dat het prae-ad-
vies juist is en dat er niet in strijd met artikel 15 gebouwd
is, doch wil wijzen op eene quaestie, welke hieraan annex is.
Door de wijze^ van bouwen namelijk is adressant zonder
twijfel groote schade berokkend. Spr. zou dan ook op wij
ziging van artikel 15 der bouwverordening willen aandringen.
De bioscoop-ondernemer is natuurlijk in zijn rechthij