15 OCTOBER 1920. 623 Ambachtsschool, verzoekende als zoodanig definitief te worden aangesteld; zijnde dit prae-advies van den volgenden inhoud: „In het hierbij gevoegd adres, hetwelk door U om prae- .advies in onze handen werd gesteld, verzoekt de heer W. ,,W. Plasman, tijdelijk leeraar aan de Ambachtsschool alhier, „als zoodanig definitief te worden aangesteld. „Naar aanleiding hiervan wenschen wij het volgende onder „Uwe aandacht te brengen „Vroeger werden alle leeraren aan de Ambachtsschool, „volgens de toen vigeerende verordening, door Burgemeester „en Wethouders slechts tijdelijk benoemd. Definitieve benoe- „ming kon wel plaats hebben, doch dan moest die benoe- „ming door den Raad geschieden. „Aan eene tijdelijke benoeming werd echter de voorkeur „gegeven, omdat het onderwijzend personeel, wiens bezol diging destijds vrij gering was, daardoor ontheven werd van „de verplichting om deel te nemen aan het gemeentelijk „pensioenfonds en zich de aanzienlijke kortingen op hunne „wedden ten behoeve van dat fonds te laten welgevallen. „Toen later de financieele positie der leeraren eenigszins „verbeterd was en er vooruitzicht bestond op eene algemeene „rijksregeling van de pensioenen, hebben zij zich gewend tot „den gemeenteraad, ten einde in het bezit te worden gesteld „van een vaste aanstelling. „Eene zoodanige aanstelling werd in 1911 aan nagenoeg „alle leeraren uitgereiktuitgezonderd werden een tweetal „tijdelijke hulpkrachten en de onderwijzers, belast met het „geven van theoretisch onderwijs, waartoe ook de heer „Plasman behoorde. „In hun desbetreffend voorstel aan den Raad schreven „Burgemeester en Wethouders destijds „Eene vaste aanstelling van de leeraren in het theoretisch „vakonderwijs (de heeren Plasman en Slechtriem) en „van de buitengewone leeraren, respectievelijk in machine- „draaien en ijzerconstructie (de heeren Kannemans en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 623