i5 October 1920. 624 „Brouwers) komt ons niet gewenscht voor, omdat deze func- „tiën slechts als nevenbetrekkingen zijn aan te merken en „de betrokkenen alleen kunnen gehandhaafd blijven, voor „zoover de behoefte aün hunne hulp, in verband met het „aantal leerlingen, zulks noodzakelijk maakt. „Bij de behandeling van dat voorstel werd door een der „leden nog de vraag gesteld of in verband met de indertijd „uitgesproken wenschelijkheid, om het theoretisch vakonder- „wijs door één vasten onderwijzer te doen geven, binnenkort „een voorstel te wachten was tot afschaffing van de beide „tijdelijke leeraren en de definitieve benoeming van één vasten „leeraar voor het theoretisch vakonderwijs. „Blijkbaar zat dus toen reeds het denkbeeld voor, om het „theoretisch vakonderwijs aan een volledige leerkracht op te „dragen. Bij de onlangs plaats gehad hebbende reorganisatie „der Ambachtsschool is dit denkbeeld tot uitvoering gekomen. „Een volledige leerkracht voor het theoretisch vakonderwijs „werd aangesteld, de tijdelijke benoeming van den heer „Slechtriem werd niet gecontinueerd en het aantal „wekelijksche lesuren, aan den heer Plasman opgedragen, „werd van 9 tot 3 teruggebracht. „Zooals U uit het hierbijgaand advies van de commissie „voor de Ambachtsschool blijken zal, acht deze het nood zakelijk, met het oog op het toenemend aantal leerlingen, „dat voor het theoretisch vakonderwijs een tweede volledige „leerkracht wo-dt aangesteld, waardoor het te verwachten „is, dat de diensten van den heer Plasman te eenigertijd „overbodig zullen worden. „Het uitreiken eener vaste aanstelling aan den heer „Plasman zou dus in de gegeven omstandigheden prae- „matuur zijn. „Daarbij komt nog, dat het uitreiken eener vaste aan stelling, met het oog op pensioenaanspraken, voor belang hebbenden toch geen effect zou kunnen sorteeren, afge scheiden van de vraag, of zoodanige benoeming thans nog „door het hooger schooltoezicht zou worden goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 624