632 15 OCTOBER 1920. dit voor hunne ramen bekend te maken en dat het vleesch van een anderen stempel wordt voorzien dan het gewone. Hierdoor wordt voorkomen, dat, zooals in andere gemeenten wel geschiedt, dit vleesch voor binnenlandsch vleesch wordt verkocht. Eveneens zou spr. bacteriologisch onderzoek zeer gewenscht achten. /Ête- hooron van Hoefnagel, directeur van het abntteii' te Ufowkt en Quaid 1 lieg, inspecteur dor -volkogeaondhoid) hobbon in Argontiniö oon onderzoek inga, -stcld enzijn tanmesning, dat het Argentijnsch vleesch uitstekend is, doch dat bacteriologisch onderzoek toch ge wenscht is. Vooral echter op het eerstgenoemde wil spr. den nadruk leggen. De VOORZITTER zegt toe, een en ander zoo spoedig mogelijk in overweging te zullen nemen. 2. De heer MEIJVIS verzoekt een scherp toezicht op het gewicht van het brood te willen houden. Spr. is medegedeeld dat er erg geknoeid wordt, vooral sinds de controleur onge steld is. Evenzoo dringt hij aan op meer toezicht op de melk- slijters, hetgeen spr. ook zeer noodig acht. De VOORZITTER zegt, dat het hem niet bekend was, dat het toezicht zoo slecht is. 3. De heer BOGMANS heeft gedurende eenige vergade ringen niets meer gehoord over de tram. De gemeente zal, naar spr. vreest, met groot verlies werken. Spr. vraagt daarom of er niets te veranderen valt. Hem zijn verschillende dingen ter oore gekomen, bijv. worden op de eerste rit van de Ginneken-tram vanaf de remise tot het van Coothplein en op de laatste rit vanaf het van Coothplein tot de remise geen passagiers toegelaten. Door dit verbod op te heffen, zou er toch nog wel wat te verdienen zijn. Voorts vraagt spr. of het tarief niet lager gesteld kan worden, hetgeen een meerder gebruik der trams ten zeerste in de hand zou werken. De VOORZITTER zegt wel te weten, dat vooral de tram /72V /Lt*. t s

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 632