15 OCTOBER 1920.
633
naar Ginneken niet schitterend rendeert en zegt voorts een
onderzoek toe van de gestelde vragen.
4. De heer KLUFT informeert naar het leggen van een
electrischen kabel voor de Teteringsche huizen in de Baro
nielaan. Deze zaak hangt reeds meer dan een jaar. In ver
schillende huizen is de installatie geheel gereed, doch de
kabel blijft weg. Spr. heeft deze vraag bereids gesteld aan
den directeur der lichtbedrijven, die hem mededeelde dat
er een voorstel in behandeling was.
De VOORZITTER zegt, dat aan de gemeente Teteringen
een ontwerp-contract is gezonden. Is dit gereed, dan wordt
ook met het leggen van den kabel begonnen. Het hangt
dus geheel van Teteringen af.
5. De heer MARTENS zou den pas benoemden haven
meester tevens onbezoldigd gemeente-veldwachter willen
maken. Spr. klaagt er over, dat kinderen zoo vaak steenen
en vuil in de haven gooien, terwijl agenten hiertegen niets
kunnen uitrichten, daar zij door hunne uniformen reeds uit
de verte kenbaar zijn. Als onbezoldigd gemeente-veldwachter
zou de havenmeester hier goed werk kunnen verrichten.
De VOORZITTER deelt de meening van den heer Mar
tens in deze ten volle.
6. De heer KANTERS vraagt wanneer het tarief van
het gas door den Raad zal worden vastgesteld. Het vierde
kwartaal is reeds aangebroken. Spr. vreest, dat het zal gaan
evenals de vorige keer, namelijk dat het kwartaal reeds
verstreken is, voordat het tarief is vastgesteld.
De VOORZITTER zegt, dat de Raad binnenkort een
voorstel van de gascommissie tegemoet kan zien.
7. Mevrouw NEVE-REINTJES vraagt, of het niet mogelijk
zou zijn een verkeers-agent nabij de Tolbrug te plaatsen,
aangezien het aldaar een zeer gevaarlijk punt is.