19 NOVEMBER 1920. 639 De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 9 Sep tember, 7 en 15 October j.l. overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen, allereerst wat betreft de notulen van 9 September 1920. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, worden de notulen van voormelde ver gadering onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Eveneens worden zonder bedenking goedgekeurd en vastgesteld de notulen van het verhandelde in de vergadering van 7 October 1920. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde de vaststelling der notulen van het verhandelde in de vergadering van 15 October 1920. De heer HAALMAN merkt op, dat de voorlaatste zinsnede van hetgeen op pagina 632, 6e regel van boven en volgende, is vermeld, niet precies het door hem gesprokene weergeeft en geeft in overweging den bedoelden zin als volgt te lezen De heer Hoefnagel, directeur van het abattoir te Utrecht, heeft in een artikel in de groote-dagbladpers zich homogeen verklaard met den heer Quadekker, directeur van het abattoir te Nijmegen, die met een anderen deskundige in Argentinië een onderzoek heeft ingesteld, welke deskundigen van meening zijn, dat het Argentijnsch vleesch uitstekend is, doch dat bacteriologisch onderzoek toch gewenscht is. Met inachtneming van deze wijziging, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 639