650
19 NOVEMBER 1920.
herbouwd op een gedeelte van het perceel, kadastraal be
kend sectie B n". 1763, gelegen aan den hoek van de Korte
Boschstraat en de Valkenstraat, zooals nader is aangeduid
op eene bij het besluit overgelegde teekening.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt bedoeld ontwerp-besluit vastgesteld.
20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
hooging van de opcenten op de hoofdsom der dividend- en
tantième-belasting, luidende als volgt
„Volgens art. 2 der wet van 26 Juli 1918 (Stbl. n°. 502)
„kunnen ten behoeve der gemeente op de hoofdsom der
„dividend- en tantième-belasting geheven worden, boven de
„in art. 1 dier wet genoemde 30 opcenten, nog ten hoogste
„18 opcenten.
„Van deze bevoegdheid kan echter slechts worden gebruik
„gemaakt, indien er voor zoover hetgeen alsdan te zamen
„van bedoelde belastingplichtigen ten behoeve der gemeente
„geheven wordt, percentsgewijze niet hooger is dan drie-vijfden
„van het percentage, dat in het laatst verstreken belastingjaar
„in de gemeente van het hoogste inkomen is geheven.
„Op grond van deze bepaling kon de heffing van deze
„belasting het vorig jaar niet hooger worden opgevoerd dan
„tot 15 opcenten.
„Immers, het percentage, dat in het belastingjaar 1918/19
„van het hoogste inkomen in deze gemeente werd geheven
„bedroeg 33/4 Drie-vijfden van dit bedrag maakt 2*/4 °/o>
„zoodat de gemeente van iedere f 100.kon heffen f2,25.
„De rijksheffing bedraagt f5.van elke geheele som
„van f 100.(art. 10 der wet van 11 Januari 1918 Stbl. n°. 4).
„Daarvan worden reeds ten behoeve van alle gemeenten
„30 opcenten geheven (art. 1 der wet van 26 Juli 1918
„bovengenoemd). 30 opcenten van f 5.— maakt fi.50, zoo-
„dat de gemeente nog aan extra-opcenten kon heffen f2.25
f 1.50 =f0.75 van iedere f5.alzoo 15 opcenten.
