19 NOVEMBER 1920. 651 „In verband met deze berekening werd het aantal extra- „opcenten bij Uw besluit van 30 December 1919 (gemeente blad n». 305) bepaald op 15. „Nu inmiddels voor het belastingjaar 19191920 ten „behoeve van de plaatselijke inkomstenbelasting eene pro gressieve heffing is ingevoerd, waardoor het percentage, „dat van het hoogste inkomen wordt geheven, aanzienlijk „hooger is dan 3% ®/0 (het bedroeg in het afgeloopen be lastingjaar 7.09 °/0), verleent de wet de bevoegdheid om „het aantal extra-opcenten op de dividend- en tantième-be- lasting te brengen op het maximum of 18 opcenten. „Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen art. 1 van „de verordening op de heffing van opcenten op de dividend- en „tantième-belasting (gemeenteblad n\ 305) te lezen als volgt: „Te rekenen van 1 Januari 1921 worden op de hoofdsom „der dividend- en tantième-belasting boven de opcenten, „bedoeld in artikel 1 der wet van 26 Juli 1918 (Staatsblad „n". 502) ten behoeve van de gemeente geheven 18 op centen." Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig be sloten. 21. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij in overleg met de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs en behoudens goedkeuring door den Inspecteur van het middelbaar onderwijs en den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, ter benoeming tot leeraar aan de Avondschool voor ambachtslieden, voordragende a. tot vast leeraar in electrotechnisch teekenen en aan verwante vakken J. B. R e s e n k thans tijdelijk als zoodanig werkzaam b. tot tijdelijke leeraren i°. voor lijnvakteekenen voor smeden W. J. Bos- sink; 2^. voor meubelteekenen C. de J o n g

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 651