d. het electriciteitsbedrijf, f de bank van leening, 656 19 NOVEMBER 1920. houders zich kanten tegen de gevolgen, die ingaan op het adres zouden medebrengen zij achten het niet wenschelijk de gevraagde textielgoederen van gemeentewege beschikbaar te stellen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 27. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij aanbiedende de ontwerp-begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven, alsmede de ontwerp-begrootingen van inkomsten en uitgaven der navolgende instellingen en bedrijven, welke afzonderlijk worden beheerd, als a. het burgerlijk armbestuur, b. de gasfabriek, c. de waterleiding, ehet tijdelijk trambedrijf en allen voor den dienst 1921 en vergezeld van de noodige inlichtingen en bescheiden. De VOORZITTER zegt, dat deze begrootingen met de memoriën van toelichting bereids in druk gegeven zijn en later een exemplaar daarvan aan ieder der leden zal worden toegezonden. Spreker stelt voor, dat de Raad, evenals vorige jaren, zich verdeele in drie afdeelingen tot onderzoek van gemelde begrootingen, met dien verstande, dat de Wethou ders niet aan de loting zullen deelnemen, doch respectievelijk naar leeftijd zullen toegevoegd worden als voorzitter van de eerste, tweede en derde afdeeling. Hiertoe besloten zijnde, wordt door ieder lid een nummer getrokken, waaruit blijkt, dat de afdeelingen zijn samengesteld als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 656