4 FEBRUARI 1920.
65
nu recht zetten. De voorzitter draagt dus de verant
woordelijkheid, dat het artikel verkeerd wordt geïnterpreteerd.
De VOORZITTER ontkent dit. Spreker heeft niets te
interpreteeren. Dat zal eventueel de rechter moeten uitmaken,
wat verkeerd gebeuren zal. Spreker staat absoluut buiten
de zaak.
De heer HORNIX betoogt nader, dat die verantwoordelijk
heid berust op een verkeerd begrip naar aanleiding van de
verwarde discussiën. De raad is gisteren op een dwaalspoor
gebracht. De voorzitter put uit het artikel de bevoegd
heid om bals te verbieden.
De VOORZITTER wijst er op, dat een algemeen verbod
reeds bestaat, maar de mogelijkheid om goed toelaatbare
gemaskerde bals te kunnen houden, is spreker ontnomen.
De heer FEBER vindt het vreemd, om iets wat gisteren
is toegestaan, thans niet te willen toelaten.
De heer HAALMAN geeft in overweging, om de discussiën
over deze zaak te sluiten. Gisteren heeft spreker de gelegen
heid willen schenken, om zich over carnaval uit te spreken
en dat wilde de raad niet. Toen ging het over de motie
van mevr. N e v e. Spreker ontkent pertinent, dat men de
strekking van het artikel niet kende. Dit is duidelijk genoeg
aangetoond. Spreker en zijne partijgenooten kunnen er dus
niet toe medewerken om op dit besluit terug te komen.
De heer FEBER doet het voorstel, om het raadsbesluit
van gisteren ten opzichte van art. 197 in te trekken.
De heer CERUTTI ziet niet in, waarom de raad niet 24
uren na het nemen van een besluit eene vergissing zou
kunnen herstellen en wel 10 minuten daarna, zooals gisteren
geschied is. Spreker hoopt dan ook, dat de raad zoo loyaal