ig NOVEMBER 1920. 31, Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van namen aan een zestal straten en het aangelegd plein op de terreinen, gelegen aan de Jan van Polanenkade en den Achterom (aangehouden in eene vorige vergadering). De heer CERUTTI zegt, dat djt voorstel reeds grootendeels den Raad in zijne vergadering van den 22 Mei 1919 bereikt heeft. Toen werd op verzoek van verschillende raadsleden, die aandrongen op het geven van namen van groote figuren uit de 19® in plaats van uit de I4e eeuw, dit punt aange houden. Thans zijn bij dit voorstel nog 3 straatnamen te vergeven, waarvoor wederom uitsluitend namen worden geko zen van personen uit veel vroegere eeuwen, die in het geheel niet meer leven in de gedachten van de burgerij. Spr. zou hiervoor liever namen gekozen zien van vooraanstaande figuren uit de 19® eeuwmen zou bijvoorbeeld een dier straten kunnen noemen Burgemeester de Manstraat en zoo zouden nog meerdere namen uit de vorige eeuw te noemen zijn. Burgemeester de Man leeft ook thans nog voort in de herinnering van de Bredanaars. Spr. leest alsnu het volgende voor, hetgeen het Dagblad van Noordbrabant den 20sten Januari 1893 schreef bij het overlijden van Burgemeester de Man ,,Hij was de eenig overgeblevene van de 15 raadsleden „die den 1 September 1851 na de afkondiging der thans „nog vigeerende Gemeentewet werden gekozen. Hij was 42 „achtereenvolgende jaren lid van den gemeenteraad. „Burgemeester m r. de Man volgde iemand op, die in „de stedelijke regeering alles was geweest voor Bredaalles „over had voor de stad zijner inwoning. „Spoedig bleek, dat Burgemeester mr. Kerstens een „waardig opvolger had gekregen, iemand die het begonnen „werk der uitbreiding en verbetering van Breda met kracht „en energie zou voortzetten. „Burgemeester d e M a n was een man van karakter. On verzettelijk in zijn meening, wanneer hij die verkregen had

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1920 | | pagina 661