19 NOVEMBER 1920.
667
van de conducteurs in overweging naar Giuneken om het
kwartier te rijden in plaats van naar de Baronielaan.
De VOORZITTER zegt, dat de dienstregeling thans niet
aan de orde is.
De heer BOGMANS wijst nogmaals op de besparing, te
verkrijgen door het overnemen van het voorstel van de
conducteurs. Het is anders in het geheel geen voorstel in
het belang van het personeelzij willen om het kwartier
blijven rijden, tot 's avonds 10 uur. Hun doel is het bedrijf
beter te doen rendeeren, ofschoon spr. ook hun hoop niet
mag verzwijgen, dat dit gepaard zal gaan met eene betere
loonregeling. Spr. vindt, dat dit plan in ieder geval eens
te probeeren was. Spr. dringt nogmaals aan op eene betere
regeling der vrije Zondagen. Het is hem bekend, dat som
mige conducteurs sinds 26 April nog maar twee vrije Zon
dagen hebben genoten, terwijl anderen er drie hadden in
eenige weken.
De VOORZITTER merkt op, dat de Raad van het voor
stel der conducteurs niet afweet. Overigens kan spr. wel
mededeelen, dat in de tramcommissie alles onbevooroordeeld
wordt beschouwd, hetgeen echter geenszins zeggen wil, dat
men maar direct alles moet overnemen, wat de conducteurs
zeggen. In de tramcommissie wordt met alle scherpzinnige
opmerkingen rekening gehouden, onverschillig van welken
kant deze ook komen. Nog merkt spr. op, dat de dienst
regeling niet aan de orde is spr. beschikt op het oogen-
blik niet over gegevens betreffende de vrije Zondagen. Bij
de sectiewijziging kunnen veranderingen dienaangaande ook
door de tramcommissie overwogen worden. Spr. zal gaarne
daarover nadere inlichtingen ontvangen en is ervan overtuigd,
dat dan zal blijken, dat de bespiegelingen van den heer
Bogmans wel wat al te zwart zijn gekleurd. Tenslotte
wijst spr. er op, dat de kwartierdienst voor Giuneken be
houden blijftslechts rijdt de tram de eene keer via de
Baronielaan en de andere keer direct naar Ginneken.